Mijn oma vond het heerlijk om allerlei familieverhalen te vertellen. Ik hoorde ze tot vervelens toe. Maar nu denk ik vaak: hoe zat het ook alweer? Was het tante Sien die de koektrommel onder de kast schoof als er visite kwam, zodat ze niks hoefde te trakteren?  En was het haar moeder of haar oma die de wijzers van de klok met een pook verzette, omdat ze er anders niet bij kon?

 Jammer, vind ik nu, dat ik dat destijds niet heb opgeschreven. Het zijn maar kleine verhalen en voorvallen, maar ze maken op één of andere manier wel deel uit van wie ik ben. En als ik ze niet meer ken, dan kan ik ze niet doorvertellen en zo gaan ze verloren. Dat zal voor meer verhalen van vertellende (groot)ouders gelden. Ze lijken zo eenvoudig, misschien zelfs nauwelijks de moeite van het opschrijven waard, maar alles bij elkaar schetsen ze een prachtig beeld van vroeger. Van familietrekken en -eigenaardigheden. Die anekdotes vertellen ook iets over mij.

Na een cursus autobiografisch schrijven, ben ik nu zelf bezig om mijn eigen verhalen op te schrijven. Ik zie mezelf weer op het kleed liggen, terwijl ik met een boerderij en allerlei plastic beestjes spelen. Ik herinner me weer hoe hoog je kon schommelen op de schommel die mijn vader gemaakt had van twee telefoonpalen; met de dikke touwen die langzaam begonnen te rafelen, het plankje met de twee inkepingen, de hoge brandnetels die erbij stonden. De kuil onder de schommel, uitgesleten door onze voeten; een diepe plas als het hard geregend had. Ik ruik weer de heerlijke geur van carboleum, waarmee de planken van de schuur behandeld waren…

Wil je ook zulke herinneringen leren schrijven? Neem contact op voor een workshop of korte cursus! Of vertel mij je verhalen en ik maak er een mooi geheel van.