Als ik vertel dat ik spreek op huwelijken én uitvaarten, fronsen heel wat mensen in eerste instantie hun wenkbrauwen. Is dat niet een vreemde combinatie? Een huwelijk, dat is toch feest en gezellig en leuk? Zeg maar alles wat een uitvaart niet is?

Ik ben met de huwelijken begonnen, destijds. J. en H. behoorden tot de eersten die ik trouwde. ‘Ik hoop dat pa er nog bij kan zijn,’ vertelde J. meteen. Zijn vader was ernstig ziek. Gelukkig heeft ‘pa’ het inderdaad nog mee mogen maken. De kwetsbare, zieke man was blij en ook erg ontroerd dat hij er bij kon zijn. Zijn dankbaarheid en ontroering liet ook anderen niet onberoerd. Het werd een emotioneel en liefdevol samenzijn. Tien dagen na het huwelijk overleed ‘pa’. Ik vond het een eer om die uitvaart te mogen leiden. De samenkomst was net zo emotioneel en liefdevol als het huwelijk van J. en H. twee weken daarvoor.

Op dat moment voelde ik de overeenkomsten tussen huwelijken en uitvaarten en hoe goed het bij me past om me daar in te bewegen; het gaat steeds weer over liefde en over diep gevoelde emoties. Op vrijwel elke uitvaart wordt er gelachen – er is ook veel om dankbaar voor te zijn, er zijn goede herinneringen om te delen, grappige anekdotes en vreemde wederwaardigheden. Op vrijwel elk huwelijk wordt een traan gelaten – er is ontroering, dankbaarheid, verdriet over dierbaren die er niet bij kunnen zijn, wat weemoed soms over het leven dat je achterlaat. En daar doorheen de liefde, dat is de rode draad.